De zestiende editie reeds van dit, voor mij althans, geweldige festival. Nieuwe editie en dit jaar ook weer een nieuwe locatie en voorwaar, wat een geweldig weer om deze nieuwe locatie in te huldigen, de weergoden waren meer dan goed gezind mijn gedacht, eigenlijk was het iets te warm voor goed te zijn, maar dat lieten we niet aan ons hart komen. Gust en zijn ploeg verhuisden terug naar Ruisbroek, waar het festival haar tenten opslaat in de Kaardijkstraat op de terreinen van de Chiro en JH Kabal en waar er ook meteen een groot campingterrein ter beschikking staat. Back to the roots zou ik zo zeggen.
Er werd terug een geweldige affiche samengesteld zowel in de Chirozaal, die dienst deed als nieuwe “Schuur” als versterkt in de, ja u leest het goed, tent. Terug naar een tent dus. Ze houden van afwisselingen en verrassingen daar in Puurs.
Zoals elk jaar hadden de bluesliefhebbers massaal de weg gevonden naar het festival.
Eerste band van de dag konden wij terugvinden in de tent. Naar jaarlijkse traditie wordt het festival in gang getrapt door een Belgische band en dit jaar was die eer weggelegd voor de Marino Noppe Band. Voor niemand een onbekende want Marino is waarschijnlijk de meest traditionele bluesman van het land. Met zijn band Maxwell Street heeft hij jarenlang Belgische bluesgeschiedenis geschreven en mocht dat nu terug over doen. Altijd gissen naar wie Marino meebrengt, en deze keer was hij vergezeld van Arno Demets op gitaar, Bernd Koene aan de drums en Carlo Van Bellegem aan de bas. Marino is altijd top en hij deed dan ook geen afbreuk aan zijn reputatie. We kregen een stevige portie Chicago blues voorgeschoteld, hier en daar doorspekt met een snuif country en boogie. Als volleerde slidemaster trakteerde Marino en de zijnen op nummers als ‘Hot Pants’, ‘I’m A Lover’, ‘Kokomo’, of ‘Love Somebody’. Interactie met Arne Demets was ideaal en de vroege vogels konden niets anders dan genieten. We kregen nog een stevige boogie als afsluiter met de titel ‘De Noppe Boogie’. Eerste optreden meteen een schot in de roos.
Hierna mochten we ons naar het zaaltje begeven voor de eerste act van de dag en niet één van de minste, want daar traden Davina & The Vagabonds (echte naam Davina Sowers) op. Deze Southern furie zette in 2012 het festival al op stelten met tal van lovende commentaren na. We konden ons dus verwachten aan een mix van van retro-blues, jazz, vaudeville, folk en ragtime. Dit jaar mochten de artiesten langer spelen en kwam er ook slechts 1 optreden, wat ik persoonlijk een pak beter vind. Hoewel we ons gehaast hadden, zat de keet afgeladen vol en het was broeierig heet. De band bestaat uit Connor Mc Rae (drums), Matt Blake (bas), Steve Rogness (tombone) en kersverse echtgenoot Zack Lozier (trompet).
Dit werd voor mij, en nog tal van anderen HET optreden van de dag en uit gesprekken achteraf vroeg men zich waarom deze Diva niet op het hoofdpodium stond. Dit zijn natuurlijk bewuste keuzes maar het deed niets af aan de grandioze prestatie waar we getuigen van waren. Davina is de perfecte entertainer en weet zich omringd door een uitstekende band. We waanden ons in het zompige New Orleans, Bourbon Street, tijdens een Mardi Gras. De blazers verhieven het geheel tot een hoger niveau en we konden genieten van ‘Sugar In My Bowl’, ‘Shake That Thing’, ‘Sunshine’ en het nummer waar iedereen zat op te wachten het wondermooi gebrachte ‘I’d Rather Go Blind’. Dit was grote klasse en het was duidelijk te horen aan de reacties van het publiek.
Terug naar de tent dan maar weer, waar we ons konden opmaken voor de komst van Marc Ford & The Neptunus Blues Band. Marc Ford, de man die de Black Crows loodste naar hun bekendste successen, gitaarman en liefhebber van Americana. Speelde een tijd naast Izzy Stradlin van Guns and Roses en met Ben Harper, met andere woorden iemand die van wanten weet. We konden ons dus verwachten aan stevige bluesrock met hier en daar een vleugje folkrock. Hij werd vergezeld van Antoine Arvizu aan de drums, John Bazz op bas en Mike Malone aan de toetsen. Ford deed Europa aan naar aanleiding van zijn nieuwste Cd The Vulture waar wij een greep van mochten meepikken. We kregen nummers als ‘Deep Water’, ‘Smiling’ of ‘Old Times, Good Times’, goed, maar ik kreeg het er koud noch warm van.
Ik had nood aan wat rust en was blij mij terug naar het Chirolokaal te begeven voor het tweede akoestische optreden van de avond Hat Fitz & Cara Robinson ofte zoals ze soms eens gekscherend zeggen :”The Beauty and The Beast”. Hij een Aussie pur sang , zij de typische Ierse met het rode haar, hij een autodidact, zij klassiek geschoold, hij op mandoline en slide gitaar, zij op drums, wasbord en dwarsfluit. Enkele jaren geleden heb ik ze mogen ontmoeten en het zijn twee warme en vriendelijke mensen. Ze staan garant voor vrolijke blues neigend naar folk en zeer aanstekelijk. Daarenboven zijn beiden zodanig op elkaar ingespeeld dat men zich soms afvraagt of men zich niet op een stand-up comedy show bevindt.
Cara Robinson beschikt over een geweldige stem en springt van de ene toonaard naar de andere als een luchtige impala (geweldige vergelijking héhé) , Hat gromt als een beer “Oh Yeah!” komt uit zijn keelgat gegromd na elke song en hij fingerpickt en slide zich te pletter. ‘Black Cat Bone’ van Jessie Mae Hemphill, ‘Going Home’ uit de laatste cd “After The Rain”, ‘Hold On’ , ‘Shakedown’ of het krachtige ‘Power’ waar de hele zaal duidelijk in meeging, zijn maar enkele van de zaken die wij te horen kregen. Zeer sterk optreden.
Terug naar de tent dan maar voor een topper van formaat. Top om deze Walter ‘Wolfman’ Washington te kunnen strikken in onze contreien. Dit is wat ze noemen een blues zwaargewicht. Deze 77-jarige is garant voor het bouwen van feestjes met zijn New Orleans roots, brouwt hij mengsels bestaande uit soul, funk en swampy blues Zoals steeds is hij vergezeld door zijn trouwe Roadmasters, zijnde Jack Cruz aan de bas, Wayne Moureau aan de drums, Steve De Troy aan de keys, Tom Fitzpatrick op sax en Antonio Gambrell op trompet.
Het werd een funky feestje daar in de tent en onder tropische temperaturen. De tent was volgelopen voor de funky en groovy vibes van “The Wolfman”. ‘I’m In Love’, ‘Tweakin’, Ain’t That Loving You’, ‘A Night In The City’ werden ons deel. Waar het optreden heel sterk begon, vond ik het persoonlijk wat afzwakken naar het einde toe. Uiteindelijk is de man al bijna 80, maar het bleef een heel goede set.
Voor het laatste akoestisch optreden kregen we een Canadees voorgeschoteld, met name Matt Andersen. In Europa nog niet zo bekend, maar over de grote plas, speelt hij steevast voor volle zalen met zijn mix van blues en soul en een ruige stem die soms doet denken aan Joe Cocker of Otis Redding. Het klonk mij allemaal goed in de oren en ik was enorm benieuwd wat deze “Canuck” uit zijn mouw ging schudden. Persoonlijk had ik van de man nog nooit gehoord en had dus wat opzoekingswerk op het internet uitgevoerd, wat ik hoorde beviel mij wel.
Het minste wat je kan zeggen is dat de man een zeer imposant figuur is, zoals hij daar alleen op dat podium stond met enkel zijn gitaar. Daarenboven straalt de passie van de man af en gaat hij volledig op in zijn muziek. Hij oogstte veel respect bij het publiek want het was muisstil in de overvolle zaal. De Canadees bracht een zeer intimistische set waar iedereen van genoot met een geweldige ‘Ain’t No Sunshine’ er bovenop.
De afsluiters van dienst waren ook al geen amateurs mijn gedacht. Niemand minder dan Rick Estrin & The Nightcats mochten de 16de editie van Duvel Blues afsluiten. Geweldige harmonicaspel en een hoop West Coast blues zouden ons deel zijn. Shaken en swingen en niemand die bij Estrin de benen kan stil houden. Altijd strak in het pak en garant voor een portie pure fun, we waren dus gewaarschuwd. Zijn begeleiders zijn zeker niet van de minsten want niemand minder dan Chris “Kid” Andersen op gitaar, Alex Peterson aan de drums en Lorenzo Farrell aan de toetsen. Beter kon het niet worden om deze editie af te sluiten en het nog steeds talrijk aanwezige publiek bouwde er een stevig feestje. Hell Yeah !!
Het was een muzikaal goede editie, hoewel er voor mij niet echt een uitschieter bij was, misschien met uitzondering van Davina & The Vagabonds. Voor de rest onthouden wij dat het een warme, broeierige editie werd waar de drank rijkelijk vloeide om de dorstigen te laven, wij ons hebben aangepast aan de nieuwe locatie en we met spanning zitten te wachten op wat Gust uit zijn hoge hoed zal toveren voor de 17de editie.
See you next year !!
Marcel
Duvel Blues 2017...
the people they were drinkin'...
dancing...
looking in each others eyes...
enjoying the sun...
listening...
and huggin'...
they were DUVEL BLUES
|